Daimy Deflem: “Iedereen vocht voor elke bal!”
Tempo Overijse boekte zondag nog eens een overwinning. Eentje die bij iedereen enorm veel deugd deed na de recente nul op twaalf.
Een zege bij “degradatieconcurrent” Dikkelvenne was broodnodig. Nog steeds begrijpt niemand hoe Overijse in die situatie terecht is gekomen. De ploeg loopt over van het talent en kreeg heel wat lof in het begin van het seizoen. Plots stokte de motor en tuimelde Overijse naar de kelder van de rangschikking. En dus sprak men zondag al over een zespuntenwedstrijd. Coach Janssens voerde een paar wijzigingen in de ploeg door en dat loonde. Overijse kroop uit het dal en won dankzij twee doelpunten van Daimy Deflem.
“Maar het was echt wel een collectieve overwinning”, zegt Deflem. “Iedereen heeft er zondag echt tot het laatste fluitsignaal voor gevochten. In het slot smeet werkelijk iedereen zich voor de bal toen Dikkelvenne nog een slotoffensief lanceerde.”
“We waren echt opgelucht dat we eindelijk weer konden winnen. We hebben dit seizoen de meeste punten gepakt tegen sterke tegenstanders en tegen minder goed voetballende ploegen moesten we steeds het onderspit delven. Daarom dat deze zege enorm veel deugd deed en dat hebben we ook een beetje gevierd na de match. Nu moeten we gewoon week na week weer opbouwen en het van wedstrijd tot wedstrijd bekijken. We moeten ervan uitgaan dat we elke wedstrijd willen winnen. Hopelijk kunnen we daar zaterdag tegen Sparta Petegem al een vervolg aan breien. We verloren daar in de heenwedstrijd ook onverdiend, dus nu moeten we die drie punten gewoon terugpakken.”
Die blessure speelde echt in mijn hoofd
Deflem sukkelde sinds eind september met een vervelende voetblessure, maar is daar nu zo goed als van verlost. “Die blessure speelde me heel wat parten. Ook in mijn hoofd”, geeft Deflem toe. “Steeds ik terugkwam, speelde die blessure weer op. Dat ik dan tweemaal kon scoren tegen Dikkelvenne is vooral goed voor mijn vertrouwen. Ik kon zondag ook voor het eerst in weken weer echt pijnvrij spelen. Ik ben nog niet helemaal de oude, maar ik denk wel dat ik op de goeie weg ben.”